Onze missie komt voort uit een bijbelse opdracht. In Moldavië verlenen we in eerste instantie hulp aan de kinderen. Daarnaast proberen we ze ook iets mee te geven van de liefde van God.
Daarbij is de stichting niet verbonden aan één kerkgenootschap in het bijzonder. Het interkerkelijke karakter van stichting Orhei is te zien in alle facetten van haar werk. De vrijwilligers komen uit alle kerkgenootschappen. Vanuit heel Nederland ontvangen wij steun voor ons werk. Verschillende kerkverenigingen en diaconieën ondersteunen ons met geld en goederen.
Tijdens iedere reis bezoeken vrijwilligers de plaatselijke kerk. Het bijzondere hiervan is dat het niet uitmaakt uit welk land je komt of welke taal je spreekt. De taal van Christus is internationaal. De vrijwilligers hebben dit vaak als bijzonder ervaren.
Door Melis van de Groep, burgemeester gemeente Bunschoten (Orhei magazine 2007):
‘Maak me niet arm, maar ook niet rijk’ (Spreuken 30:8)
Het vraagstuk van rijkdom en armoede is zo oud als de gebrokenheid van de wereld. Het lijkt onoplosbaar, zoals de Here Jezus ook aangeeft in Mattheus 26:10: ‘Want de armen zijn altijd bij jullie’. Dat is een harde werkelijkheid die we om ons heen zien, bijvoorbeeld door de voedselbanken in het rijke Nederland, maar nog veel meer in de media. Armoede in grote delen van Afrika, Centraal Azië, Afghanistan en niet te vergeten Moldavië.
Wat doen we ermee? Met die wetenschap over armoede dichtbij en veraf? De politiek moet er iets aan doen! Ja, dat is zeker. Er wordt verwachtingsvol gekeken naar onze regering. Zal het ze lukken om ontwikkelingen ten goede in de wereld te bewerkstelligen?
Als we te rade gaan bij het gebed van Agus in het bijbelboek Spreuken leren we iets belangrijks over rijkdom en armoede. Agur bidt om twee dingen van Zijn schepper: ‘gun ze me zo lang ik leef: houdt me ver van leugen en bedrog. Maak me niet arm, maar ook niet rijk, voed me slechts met wat ik nodig heb. Want als ik rijk was, zou ik u wellicht verloochenen, zou ik kunnen zeggen: ‘Wie is de Here?’. En als ik arm zou zijn, zou ik stelen en de naam van mijn God te schande maken.
‘Maak me niet arm’. Dat zou gemakkelijker over onze lippen komen dan ‘maak me niet rijk’. Armoede heeft als gevolg dat we in ellende leven en daar niet meer boven uit kunnen komen. Dat we normen en waarden loslaten, allen maar (kunnen) leven voor onszelf. Niets meer voor een ander kunnen betekenen, zelfs tot diefstal kunnen komen en zo dien ander nog eens tekort gaan doen.
‘Maak me niet rijk’. Is dat wat ons rijke westen is overkomen? Dat steeds meer mensen zich niet meer van God afhankelijk weten en alleen voor zichzelf lijken te gaan? Niets of weinig voor een ander willen betekenen?
Wie het goed heeft , mag beseffen dat hij/ zij in staat is om iets te betekenen voor mensen die het niet goed hebben. Kleding, voedsel en onderdak zijn de minimale voorwaarden voor bestaan. Als mensen die in de ogen van armen rijken zijn, mogen we hen onze rijkdom niet onthouden. Inderdaad, we kunnen de armoede van de wereld niet ineens en wellicht nooit overal wegwerken. Maar in Moldavië zijn nog veel armen, die door ons kunnen worden geholpen. Stichting Orhei biedt ons de mogelijkheid en de verantwoordelijkheid. Vrij vertaald naar Agus kunnen we wellicht zeggen: ‘Beter een arme minder, dan een rijke erbij’.